De eerste beren zijn gespot... - Reisverslag uit Calgary, Canada van Tom en Debbie - WaarBenJij.nu De eerste beren zijn gespot... - Reisverslag uit Calgary, Canada van Tom en Debbie - WaarBenJij.nu

De eerste beren zijn gespot...

Door: Tom en Debbie

Blijf op de hoogte en volg Tom en Debbie

09 September 2007 | Canada, Calgary

Dit maal een lang verhaal... Dus neem even de tijd.

Na een heerlijke rustdag verlaten we op 3/9/07 Summerland en ga we via Kelowna naar Vernon. Het plan is om eerst de stad ter verkennen en daarna Noord-Westelijk te gaan naar de O’Keefe Ranch, die zo’n 25 kilometer boven Vernon ligt. Aangezien we voor vandaag een redelijk lange reisdag in het verschiet hebben, laten we de stadstour door Vernon vervallen. De O’Keefe Ranch is een soort Archeon waar de oude tijden van de Goldrush moeten herleven. Deze ranch is nog in de originele staat en geeft een beeld van de Victoriaanse manier van leven van een rijke landeigenaar en handelsman. Bij de receptie van deze ranch worden we verwelkomd door een Belgische Canadees, waarbij volgens ons een klein steekje los is. Het is net Catwiezel. Hij spreekt nog redelijk goed Nederlands en doet z’n best alles over de ranch in onze taal te vertellen. Dit had hij van mij achterwege mogen laten, want op deze manier heb ik net het idee in eigen land op vakantie te zijn, in plaats van in Canada. Dus gewoon in het Engels is beter. Maar goed, we laten de man in z’n waarde en beantwoorden zijn Nederlandse vragen stug in het Engels.

We krijgen van dezelfde Belg een rondleiding door het Victoriaanse woonhuis van de familie O’Keefe. De gids vertelt in het Belgisch Canadees hoe er die tijd geleefd en gepronkt werd. Best grappig om te zien en te horen. Zelfs een uniek pronkstuk wordt getoond: een polyfoon. Ik zal het maar omschrijven als een voorloper van de grammofoonplaat. Onze gids laat zelfs een stukje van de muziek horen. Heel bijzonder en uniek. Er schijnt nog maar een handvol van deze polyfoons te bestaan, Na de rondleiding bekijken we nog wat andere oude gebouwen en na drie gebouwen hebben we het eigenlijk alweer gezien.

Aan het einde van highway 6 houdt de weg letterlijk op en moeten we met de veerpont naar de andere kant. Aangezien er in Canada niet veel wegen zijn en er dus geen andere route mogelijk is, heeft de Canadese overheid besloten dat alle veerponten die je op deze manier moet nemen, gratis zijn! Perfect geregeld dus. Gelukkig kunnen we vrijwel direct de pont oprijden en is er dus geen wachttijd. Dat valt met deze veerdienst toch wel mee, want de overtocht duurt slechts 10 minuten.

We vervolgen onze weg na de pont richting Nakusp. Een kilometer of vijftien ervoor, zoeken we een camping op, want we hebben genoeg gereden voor vandaag. We kiezen voor McDonald Creek campground die vlak aan het Upper Arrow Lake ligt. Een schitterende enorm stille camping waar slechts 7 van de 38 plekken bezet zijn. Dit is weer een Statepark, dus geen elektra, water of rioolaansluiting. Er zijn wel toiletten (een gat in de grond…), maar geen douches o.i.d. Maakt ons niet uit want we hebben alle faciliteiten in de camper. En met wat improviseren kom je een heel eind.

Vanaf de kampeerplek loop je zo het strand op waar we genieten van de stilte en natuurschoon.

Na een koude nacht (weer net 5 graden boven nul in de camper) gaan we op 4/9/07 via Nakusp weer naar het Zuiden via New Denver naar Nelson. Het dorpje Nakusp laten we achter ons want we hebben weer een aardig ritje voor de boeg over flinke slingerweggetjes en bergje-op-en-af. Door dit geslinger rijden we meestal niet harder dan 60 km/u, dus als je zo’n 160 km wil afleggen, ben je wel even bezig. Onderweg stoppen we regelmatig om mooie foto’s van het Slocan Lake te maken.

In de middag bereiken we het stadje Nelson, waar we eerst op zoek gaan naar de VVV. We zien in dit stadje dat met ook hier het betaald parkeren uitgevonden heeft, maar de dame van de VVV vertelt ons dat we de camper gratis voor het VVV kunnen laten staan; da’s weer mooi meegenomen. Ze geeft ons een plattegrond van het stadje met een korte stadswandeling, die we in nog geen half uur er doorheen jagen. Tja, zo’n kort rondje is voor ons berggeiten een appeltje-eitje. In het stadje vinden we een Grieks-Italiaans restaurantje waar we een heerlijke lunch (grote salade) verorberen.

Na de lunch vervolgen we onze weg naar Balfour, waar we onderweg op de Kokanee Creek campground een plekje voor de nacht vinden. Deze camping ligt (je raadt het al) weer vlak bij een meer (Kotanee Lake) en zodra de camper staat, nemen we de huurstoeltjes mee en bakken nog ruim twee uur op het strand. Voor Tom wordt het allemaal te veel en hij valt na een kwartiertje zonnen lekker in slaap. ’s Avonds lekker bijkomen onder de keiharde stralen van de lekkere douche die deze camping rijk is en na een potje kaarten weer lekker vroeg in de slaapzak.

De ochtend van 5/9/07 worden we voor ons doen vroeg wakker (06.30 uur). Zouden we dan nu eindelijk (na een week) alle slaap ingehaald hebben?! We eten een lekker ontbijtje met yoghurt met cornflakes, een boterham met hagelslag en een sappie. Het is nu helemaal strak blauw en de zon begint al aardig krachtig te worden. Dit betekent dat het vandaag waarschijnlijk flink warm zal worden.

We hebben op de informatieborden van de camping gelezen dat de veerpont (ja, weer een) vanaf 6.30 uur elke 40 minuten vaart. We vertrekken naar de aanlegplaats van de veerboot in Barfour en komen daar rond half negen aan. We hebben ons een beetje verrekend, want de tijden die wij hebben gezien, waren de tijden van het hoogseizoen en nu (in het laagseizoen) vaart de pont blijkbaar wat minder snel, waardoor we pas om 9.50 uur zullen vertrekken. Geen probleem want met dit heerlijke zonnetje vermaken we ons wel met een grote mok cappuccino voor Deb en een kop hete chocolademelk voor Tom. Zo is het goed vertoeven. We maken een paar leuke foto’s voor het plakboek en wachten tot de veerpont ons komt halen.

We hebben in de verschillende reisverslagen en gidsen gelezen dat deze overtocht ongeveer 40 minuten duurt, dus hebben we ruim de tijd om van de mooie omgeving te genieten. Langzaam aan rijden de ferry op en volgen de aanwijzingen van het personeel. Zij zorgen ervoor dat alle zware voertuigen in het midden van de boot staan en de rest aan de zijkanten. Je staat aardig op elkaars lip, maar het gaat allemaal goed, we raken niks.

Behoedzaam legt de kapitein het schip aan de andere kant van het Kootenay Lake aan en we kunnen na enige tijd weer van boord rijden. Eerst de lichte voertuigen, dan de zware… We vervolgen onze weg naar het Zuiden richting Creston. Ondertussen volgen het ene na het andere vergezicht over een meer elkaar af. Soms nemen we de tijd om er tijdens een korte stop van te genieten. Soms worden we ertoe ‘gedwongen’ als we op wegwerkzaamheden stuiten.

We bereiken Creston en bezoeken eerst het Visitors Center. Hier worden we hartelijk ontvangen door een ouder echtpaar dat ons met veel enthousiasme over Creston en omgeving vertelt. We vragen advies over de bezienswaardigheden van de stad en geven aan dat we op zoek zijn naar een camping met full hook-up en wifi. Dat eerste begrijpt de beste man wel, maar dat tweede volgens Tom niet, maar desondanks stuurt hij ons richting Fort Steele, een klein plaatsje net boven Creston met een authentiek Western dorpje (met acteurs a la Archeon). We wilden dit dorpje toch al bezoeken, dus dat komt goed uit. In een poeltje vlakbij de VVV ziet Tom wat in het water zwemmen en gaat het dichtbij de oever bekijken. Het blijkt een kleine waterslang (een levende; geen tuinslang) te zijn.

We verlaten het VVV en gaan eerst op zoek naar een benzinepomp. Aangezien de camper met moeite 1 op 4 haalt, moeten we regelmatig stoppen om te tanken. En dan gaat er wel meteen 125 liter in!! Dat hakt er lekker in.

Creston is een grote plaats die op een kruispunt van twee wegen ligt, dus komt er veel verkeer doorheen en is er veel bedrijvigheid. Dan kan je meteen niet meer om de bekende ketens van McDonalds, Burger King, KFC, etc. heen en Deb roept meteen dat we een ijsje bij de Mac moeten gaan halen. Zo’n McFlurry, die lust ze wel! Helaas voor haar is het niet mogelijk vanaf onze rijrichting bij de MaccieD te komen en is het redelijk wat moeite op deze drukke weg te keren. We slaan het ijsje dus maar over en gaan door naar Fort Steele.

We bereiken de campground van Fort Steele en plaatsen de camper op de aangegeven plek. We hebben full hook-up, dus de elektra en het water erop, zodat alles weer opgeladen kan worden.

Vanaf de campground is het een paar minuten lopen naar het park Fort Steele. Aangezien we het park aan het einde van de dag bezoeken, krijgen we 50% korting op de toegang. Da’s mooi meegenomen. Fort Steele geeft een beeld van de leefomstandigheden en huizen, winkels en hotels van de tijd rond de Gold Rush (1880-1920). Omdat we laat zijn, worden er geen voorstellingen met acteurs meer gegeven, maar dat mag de pret niet drukken. We lopen in een uurtje door het park en genieten in ieder geval van het heerlijke warme weer en de zon.

We maken van de wasgelegenheid op de camping gebruik, zodat alles weer lekker fris ruikt. We sluiten de avond af met een zelfgemaakte Italiaanse maaltijd en gaan daarna lekker op bed een filmpje op de laptop kijken.

Vandaag (6/9/07) gaan we richting Waterton Lakes National Park, gelegen in de staat Alberta. De weg gaat via Sparwood en Crowsnest Pass. We zijn echter nog niet 10 minuten onderweg of de eerste tegenligger begint al met z’n lichten te seinen en dat betekent maar 1 ding: herten op de weg. En dat is maar goed ook, want vrijwel direct steekt er een redelijk groot mannetjes hert de weg over. Komen wij daar met ruim 80 km/u aanzeilen, moeten we vol in de blokken om hem niet te scheppen. Het beest blijft speciaal voor Deb nog even op de weg staan, zodat ze ‘m mooi kan vastleggen. Met het hart in de keel (da’s alleen bij het eerste hert) rijden we door.

In Sparwood staat de grootste dumptruck ter wereld: gebouwd in 1978 door General Motors voor het vervoeren van grond uit de kolenmijnen. Leeg gewicht van 260 ton en laadcapaciteit van 350 ton, wat je noemt groot dus. Er passen 2 miljoen golfballen in de laadbak om maar eens wat te noemen. We maken er wat grappige foto’s en doen in de supermarkt ernaast nog wat boodschappen. Nu hebben we echt genoeg voor de komende week, dus eerst maar eens de boel opeten.

In Crowsnest Pass (de grens van de staten British Comlombia en Alberta, op 1382 meter hoogte) verwachten we een uitkijkpunt met een stopplaats, maar niets is minder waar. We zijn er al voorbij voordat we er erg in hebben. Jammer dus.

We rijden verder via Pincher Creek naar Waterton Lakes National Park, waar we bij de ingang alvast een Nationale Parkpas voor alle komende parken aanschaffen. Net achter de ingang van het park, ligt een klein omheind gebied waarin enkele bizons worden gehouden. Deze leven op deze manier ‘vrij’: Buffalo Paddock. Met de camper rijden we het terrein op en staan vrijwel meteen tussen een kleine kudde bizons (met een jonkie). Het lijkt een beetje op een gamedrive zoals in Zuid-Afrika: met je eigen vervoer dwars door het park.

We verlaten het gebied van de bizons en gaan naar het dorpje Waterton Village. In het dorp lopen de herten los in de rondte: ze zijn inmiddels aardig door de toeristen verpest en komen soms dus om eten bedelen.

’s Avonds maken we nog een korte wandeling door het dorpje en langs het Upper Waterton Lake.

We gaan voor de verandering maar weer eens vroeg naar bed en verslapen ons volkomen de volgende ochtend. Pas om 9.30 uur schrikken we wakker en we moeten ons nog een beetje haasten om op tijd de camping te kunnen verlaten. Het is de afgelopen nacht wel erg koud geweest, want de thermometer in de camper wijst 0 graden aan. Dat betekent dus buiten nachtvorst. Gelukkig hebben we de nodige slaapzakken bij ons en hebben we het met het thermische ondergoed aan, niet koud gehad.

Vandaag 7/9/07 hebben we weinig kilometers in het verschiet. We gaan alleen twee korte ritjes maken naar Red Rock Canyon en naar Cameron Lake. Volgens de diverse verhalen die we hebben gelezen, zijn er bij Red Rock Canyon meerdere beren gesignaleerd. We zijn benieuwd. Het is vanaf het dorpje zo’n 15 kilometer rijden naar Red Rock Canyon en na 5 kilometer is het meteen raak. Deb brult hard BEEERRR !!! door de camper en deze heeft nog nooit zo snel stilgestaan. Alles glijdt door de camper heen en Tom rijdt beheerst een klein stukje naar achteren totdat de beer weer in beeld komt. Hij (of zij; ik weet het niet) staat op zo’n 25 meter afstand van de camper en de weg lekker van de blaadjes te genieten. Zo is hij toch best wel groot. De fotocamera schiet er lustig op los en ook de nodige meters film worden gebruikt.

Behoedzaam rijden we verder en na ongeveer 2 kilometer staan enkele auto’s in de berm stil. Dit betekent dat er weer wat te zien is. En jawel, beer nummer 2. In de heuvels op een 200 meter staat een wat kleinere zwarte beer.

Aan het einde van de weg ligt Red Rock Canyon. De rotsen van deze Canyon bevatten een hoog gehalte aan ijzererts, die door aanraking en lucht en water is gaan oxideren oftewel roesten. Dit geeft een mooie dieprode kleur. We maken een korte wandeling om deze Canyon heen en schieten wat foto’s.

Na deze wandeling maken we een tweede wandeling richting de Blakiston Falls, maar die bereiken we niet, want het begint flink te hozen en we hebben (zo lekker goed voorbereid!) geen regenkleding uit de camper meegenomen. Slim, he? Onderweg treffen we nog wel een mooie en vooral fotogenieke ground squirl aan, die er eens lekker voor gaat zitten.

We rijden dezelfde weg terug (en weer met een slakkengang, want je weet maar nooit), Helaas zien we de beren van de heenweg niet nogmaals, maar wat maakt het uit, we hebben ze al op de foto staan. In de buurt van een uitkijkpunt staan meerdere auto’s stil en lopen mensen met een verrekijker naar de bergen in de buurt van de lokale golfbaan te turen. Wij kunnen zo 1-2-3 niet zien wat zij zien, maar stoppen toch maar even. Aan de andere kant van deze weg staan in de verte nog enkele herten, die door deze mensen niet worden gezien. Wij zien ze wel.

Vlak voordat we weer bij de hoofdweg uitkomen steekt er een mooi hert de weg over. We ‘sluipen’, voor zover mogelijk met een 7 liter V8, met de camper richting het beest dat in de berm blijft staan. Het is blijkbaar redelijk aan mensen en auto’s gewend, want wij kunnen tot op een meter of 5 naderen en het beest blijft gewoon staan. Helaas komt er een minder diervriendelijke toerist in z’n camper langs (dat is: vol gas) en het beest schrikt natuurlijk en rent een stukje het bos in. Maar wij blijven gewoon staan en leggen het beest nogmaals op de gevoelige plaat vast.

We steken de hoofdweg over en volgen de weg de berg op richting Cameron Lakeshore. Dit moet een mooi bergmeer zijn met enkele wandelingen er omheen. We bekijken de bermen weer nauwgezet en hopen weer een beer te spotten. Maar helaas, ze hebben waarschijnlijk lunchpauze. Niks gezien. We parkeren de camper bij het meer en bekijken de informatieborden. Er is een makkelijke wandeling langs de oevers van het meer en die kiezen we. Na een paar minuten lopen staat er een bordje dat dit het gebeid van de Grizzly’s is en dat er een kans is dat je ze tegen komt. Zo dapper als wij zijn, keren we om en gaan fijn terug naar de camper.

Het meer is prachtig om te zien en tegen de berghellingen op ligt nog wat sneeuw. De zon schijnt af en toe over het meer en geeft zo een fraaie weerspiegeling en weerkaatsing in het water. We rijden dezelfde weg terug tot aan de hoofdweg en komen onderweg nog een hertje tegen, die zich vrijwillig laat filmen. Zo, dan staan ze daar ook op.

Bij de hoofdweg aangekomen, gaan we richting het Prince of Wales hotel, dat bovenop een heuvel staat. Het is een afzichtelijk groot hotel, dat totaal niet bij de rest van de omgeving past. Tom heeft op internet een keer gelezen dat je in het hotel een high tea kunt gebruiken. We proberen de camper voor de deur te parkeren, maar dat lukt niet gezien de drukte. We rijden weer terug naar beneden en parkeren het hok bij het VVV en lopen nu de heuvel op.

De lobby van het hotel heeft aan de achterzijde een zeer fraai uitzicht over het Upper Waterton Lake. Het hotel is volledig van hout gemaakt (zoals zoveel huizen en gebouwen in Canada; ze hebben er genoeg van) en het personeel loopt in Schotse kledij: mannen in kilt en dames met een rood-wit geruiten rok.

We krijgen een plaatsje aan het raam dat het bovengenoemde uitzicht biedt. We genieten van de high tea en vooral van de versnaperingen: toast met zalm, toast met eiersalade, toast met komkommer en radijs, scones met jam, vanille/chocoladecake, hele zoete koekjes, chocolade en aardbeien met witte chocolade. Jammie, jammie, jammie.

We verlaten nu Waterton Lakes National Park en zoeken een camping net buiten het park. We vinden deze bij de Crooked Creek Campground. Het regent dat het giet en de beheerder ontvangt ons. Tom babbelt wat met de man over het weer. De beheerder geeft aan dat hij best blij is met wat regen. Ze hebben hier in de zomer ruim 40 graden Celsius gehad, wat uitzonderlijk is voor dit gebied. We krijgen een plaatsje in de buurt van de douches toegewezen en al snel staan we geparkeerd.

Na een koude nacht (Tom heeft liggen rillen van de kou; watje…) gaan we op 8/9/07 (voor ons vandaag) rond 10.00 op weg richting het Noorden. We hadden eerst het plan om eerst naar Banff te rijden en van daaruit naar Calgary, maar bij nader inzien is dit niet handig. We gooien het schema een beetje om en rijden eerst naar Calgary. De beheerder van de laatste camping heeft ons aangeraden om via highway 40 richting Banff te rijden, omdat dit een zeer mooie route zou zijn. Niets blijkt minder waar en onderweg zien we het ene na het andere vergezicht. De Rocky Mountains zijn op sommige plekken nog met wat sneeuw bedekt. Langs de weg zien we enkele Mountain Sheep staan die graag op de foto willen.

We komen via de Trans Canada Highway de voorsteden van Calgary binnen, waar onze camping ligt. We hebben er speciaal eentje uitgezocht met wifi zodat we makkelijker de weblog kunnen bijwerken en via Skype even met het thuisfront kunnen ‘bellen’.

Morgen zijn we van plan het Olympische dorp (waar de Spelen van 1988 zijn gehouden) te bezoeken en daarna de stad zelf in te gaan. Gelukkig rijdt er vanaf de camping een shuttlebus, dus dat scheelt weer wat moeite.

We hebben nog een kleine selectie van de (inmiddels al ruim 350) foto’s op de site geplaatst, dus geniet maar even.

De groeten vanuit Calgary, Canada.

Tom en Deb.

  • 09 September 2007 - 08:42

    Rem En Syl:

    Zo............Je maakt nog eens wat mee op zo'n reis! Klinkt allemaal geweldig mooi en prachtige foto's!!! Hoe jullie het bescrijven, voelt het net alsof we erbij zijn hahahaha Kijk al uit naar jullie volgende verhalen! Veel plezier!

    Dikke kus!
    Syl en Rem

  • 10 September 2007 - 14:03

    Irma:

    Hoi,

    Wat een prachtige natuur, zal inderdaad genieten zijn. Leuk om jullie zo te volgen.
    groetjes, Richard, Irma, Remco en Maaike

  • 12 September 2007 - 20:18

    Ilona:

    Wat een verhaal zeg, precies wat Rem & Syl zeggen: je maakt nog eens wat mee. XXXXjes Ilona en de rest

  • 13 September 2007 - 07:15

    Natasja:

    Jeetje, ik heb genoten van jullie verhaal. Heerlijk zeg, zo toeren, niets moet, alles mag.
    Nog veel plezier met deze reis.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Canada, Calgary

Canada 2007

Recente Reisverslagen:

13 Oktober 2007

Naar huis...

11 Oktober 2007

MOOOOSE

08 Oktober 2007

Wauw, geweldig!

07 Oktober 2007

De Niagara Falls

06 Oktober 2007

Big City
Tom en Debbie

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 368
Totaal aantal bezoekers 235694

Voorgaande reizen:

18 April 2018 - 18 Mei 2018

USA 2018

02 April 2017 - 23 April 2017

USA 2017

08 April 2016 - 01 Mei 2016

USA 2016

29 September 2015 - 31 Oktober 2015

Australie en Malediven 2015

02 Juni 2014 - 25 Juni 2014

USA 2014

25 Maart 2013 - 13 April 2013

USA 2013

19 Januari 2010 - 14 Maart 2010

Nieuw-Zeeland 2010

30 November -0001 - 30 November -0001

Canada 2007

Landen bezocht: